Aedin fantaseert
"Je leert een schrijver pas werkelijk kennen door het inktspoor te volgen dat hij achterlaat. De mens die je denkt te zien is slechts een omhulsel, de waarheid verbergt zich altijd in de fantasie" uit: Het spel van de engel van Carlos Ruiz Zafón.

De M van Macht

Zesentwintig Limburgers met een letter op hun rug geplakt trokken in polonaise door de feestzaal. Onno Dokter had zin om het pistool uit zijn colbert te pakken en er vijfentwintig van te maken. Zou hij de D van Dood ertussenuit schieten of beter de M van Moord? Iedere trouwerij weer hetzelfde achterlijke spel. Elke letter van het alfabet werd gebruikt om een leuke anekdote te vertellen over het bruidspaar. Nooit werden de letters gebruikt voor alles wat je te wachten stond als je eenmaal getrouwd was. De G van Geen Gespreksstof, de U van Uit elkaar groeien of de V van Verveling en Vreemdgaan.

Onno’s ogen tastten de feestzaal af. Hij vond haar achter in een hoekje, druk in gesprek met een of ander familielid of oude bekende. Ze lachte en keek om zich heen met een glans in haar ogen die hij herkende van lang geleden. Uitdagend en flirtend. Ja, ze amuseerde zich goed, zijn vrouw, te goed. Ze was terug in haar geboorteplaats en voelde zich veilig hier in het diepe Zuiden. Als een schaap dat was teruggekeerd naar haar kudde.

Toen hij haar leerde kennen had hij haar accent sexy gevonden. Het had hem opgewonden. De laatste jaren was het hem steeds meer gaan storen. Nu vroeg en vertelde hij haar zo weinig mogelijk om maar niet haar stem te hoeven horen. Hij wilde niet meer luisteren naar de onzinnige verhalen over hun buren die voor het eerst zonder kinderen op vakantie waren geweest of over de moeder van Justin die nu een fulltime baan had omdat haar man een dagje minder was gaan werken om meer bij de kinderen te kunnen zijn. Ze bleef maar doorratelen, als een telemarketeer. Net zo ongewenst en ongevraagd.

'Meneer?'
Een meisje met een grote schaal snacks balancerend op haar linkerhand keek hem vragend aan. Onno Dokter nam een bitterbal, smeerde hem dik door de mayonaise en stak hem in zijn mond. Het meisje draaide van hem weg. Onno keek naar haar kont. Ze had niet eens naar hem gelachen. Even drukte hij met zijn hand tegen zijn jasje om contact te maken met de macht die zich in zijn binnenzak bevond. Daarmee zou hij haar lachen kunnen afdwingen. Daarmee zou hij haar kont kunnen beroeren.

'Ha', hij nam een grote slok bier.

Vanochtend na het scheren, had het gevoel hem overvallen. Onno Dokter was geen man die afging op zijn gevoel. Maar dit keer had hij alle verstandige redenen om het niet te doen aan de kant geduwd. Toen zijn vrouw in bad zat was hij naar zolder gegaan. Hij wist precies in welke van de vele verhuisdozen, die door zijn vrouw netjes waren opgestapeld in de berging, hij moest zoeken.

'Bewaar het goed Onno, het was erg belangrijk voor je vader', hij hoorde het zijn moeder nog zeggen.

Het had hem niets gezegd, dat hele pistool niet. Hij had het in een paar doeken gewikkeld en in een schoenendoos opgeborgen die hij in de berging van hun appartement had gezet. Daar had het jaren onaangeroerd gelegen. Ze waren daarna twee keer verhuisd. Hij was de schoenendoos uit het oog verloren. Sorteren en opruimen was Nadja’s liefhebberij.

Een paar maanden geleden, toen hij met zijn dochter door een fotoalbum had gebladerd en ze hadden moeten lachen om een foto van opa in korte broek, had hij ineens weer aan het pistool gedacht. Hij had moeten wachten tot donderdagavond, Nadja’s sportavond. Toen de kinderen sliepen was zijn zoektocht begonnen. De haast ziekelijke opruimwoede van zijn vrouw had het er niet makkelijker op gemaakt. Pas op de tweede donderdagavond-sportavond had hij het pistool teruggevonden in een verhuisdoos waarop "ongesorteerd" stond.

Hij had het geaaid, gepoetst, er denkbeeldig mee geschoten, weer in doeken gewikkeld, opnieuw uitgepakt, het tegen zijn wang gehouden, ja, zelfs tegen zijn hoofd had hij het gezet. Voordat hij het weer had terugstopt in de verhuisdoos had hij het merk en het model opgeschreven. Enkele weken geleden was het hem gelukt om munitie te kopen.

Dit pistool was gemaakt om grote dingen mee te doen. Hij zou zijn vader niet teleurstellen. Niet meer.

------------------

"Kom je?", vroeg hij, "de taxi is er."

Hij moest haar weg hebben van dit belachelijke feest. Hij kon hier niet nadenken. De muziek was te feestelijk. Onno liep naar de uitgang.

Op straat snoof hij de nachtlucht op. Het had net geregend. Hij hield van die geur. Enkele minuten verstreken. Waar hij het had afgedaan met een snelle handdruk moest Nadja natuurlijk weer uitgebreid afscheid nemen van het bruidspaar. Al dat gezanik hoe leuk en gezellig het feest wel niet was geweest. Ze zou hen veel geluk toewensen, want dat hoorde zo. Nadja deed alles wat ‘zo hoorde’.

De deur sloeg open.
"Zo, hèhè, oh, daar ben je. Whoho, je moet me wel vasthouden lieverd, ik geloof dat ik teveel gedronken heb."
Nadja liep op hem af als een kleuter die voor het eerst op hakken liep.
Onno Dokter zweeg, zoals hij altijd zweeg.
"Je zei toch dat de taxi er was, waar is ie dan?"
"Hij is er niet." Onno verstevigde zijn grip om Nadja’s middel.
"Hij is er niet? Hoezo niet? Bel dan een nieuwe, ik ga echt niet dat hele eind lopen op deze schoenen."
"Loop nu maar, we zijn er zo."
Hij trok haar mee.
"Waar zijn we zo? Heb je soms een hotel geboekt?"
"Zoiets ja", antwoordde Onno.
Blijkbaar had ze tijd nodig om die informatie te verwerken want het bleef stil.

De man en het hondje die een tijdje voor hen uit hadden gelopen, staken de straat over.
"Het was een gezellig feest hè", probeerde Nadja.
"Hmm", bromde hij.

In de voetgangerstunnel die onder de snelweg doorliep bleef Onno stilstaan.
Nadja keek hem aan. "Wat is er?"
De graffiti in de tunnel beantwoordde volledig aan het beeld dat Onno in zijn hoofd had. Dit was het moment. Hij pakte het pistool uit de binnenzak van zijn colbertjasje.
"Wat doe je nou? Ben je gek geworden of zo? Waarom heb je dat ding meegenomen? Wat ben je van plan?"
"Teveel vragen Nadja, teveel vragen waar ik geen antwoord op weet."
Onno voelde zich kalm. Dus zo voelde 'met voorbedachte rade'.

"Dit pistool was heel belangrijk voor mijn vader Nadja."
Onno Dokter speelde de schoolmeester die iets heel belangrijks ging uitleggen.
‘Ooit zul je het nodig hebben Onno, daarom geef ik het nu aan jou.’ "Dat zei hij op zijn sterfbed. Ik begreep het toen niet Nadja."
"Heb je teveel gedronken? Laten we een taxi bellen en naar huis gaan. We kunnen het er thuis over hebben."
Nadja klonk ineens heel nuchter.
"Weet je wat mijn vader ook altijd zei Nadja? Als je iemand liefhebt ben je bereid om voor diegene te sterven. Hij zei veel, mijn vader."
Met een zwaai hield Onno het pistool tegen de slaap van Nadja. Haar ogen werden groot. Ze stond ineens niet meer wiebelig op haar benen.
"Ben je dat Nadja, bereid om voor me te sterven?"
"Onno, hou hier onmiddellijk mee op. Dadelijk komt er iemand en dan bellen ze de politie nog."
Ze probeerde zijn hand weg te duwen. Hij drukte het pistool nog steviger tegen haar hoofd. Met zijn vrije hand omklemde hij haar schouder.
"Dit is geen spelletje Nadja. Ik stel je een eenvoudige vraag. Je hoeft alleen maar antwoord te geven."
"Ben je bereid om voor me te sterven?" Hij schreeuwde. Al zijn emotie legde hij in die ene vraag. Spuugspetters vielen op zijn colbertjasje.
"Nee Onno, dat ben ik godverdomme niet." De woorden knalden vol woede tegen de muur van de tunnel op waar ze omhuld werden met een hol laagje.

"Onno, alsjeblieft, hou hiermee op, je maakt me bang. Ik hou toch van je."
Alsof ze zich ineens had gerealiseerd dat ze haar leven misschien nog wel meer in gevaar had gebracht, was haar boosheid omgeslagen in angst en zieligdoenerij.
Zo meteen zou ze gaan huilen. Onno liet zijn hand met het pistool zakken.

In een stevig wandeltempo verliet hij de tunnel. Hongerig snoof hij de lucht op die hem nog frisser toekwam dan een uur geleden. Hij borg het pistool weer op in de binnenzak van zijn colbertjasje. Het was gemaakt om grote dingen mee te doen. Onno Dokter zou het koesteren, geheel volgens de traditie van vader op zoon.

16/5'10 Aedin