Aedin fantaseert
"Je leert een schrijver pas werkelijk kennen door het inktspoor te volgen dat hij achterlaat. De mens die je denkt te zien is slechts een omhulsel, de waarheid verbergt zich altijd in de fantasie" uit: Het spel van de engel van Carlos Ruiz Zafón.

• 2e plaats: InkTogether vervolgverhaal

Mijn bijdrage voor het vervolgverhaal op http://www.INKTogether.nl/ is op de tweede plaats geëindigd, met een verschil van slechts twee stemmen..

Ik dook weg achter de sanseveria’s, die met z’n tweeën naast elkaar retrohip mijn vensterbank sierden. Oké, ze was me dus gevolgd. Maar waarom ? Vanwege de inhoud van de aktetas die, eenmaal overgeheveld in mijn rugzak steeds zwaarder was gaan wegen ? Het was onmogelijk dat ze dit wist. Niemand had het gezien.
Langzaam kwam ik iets omhoog en spiedde door het raam.
Ze stond nog steeds op dezelfde plek, met haar vrije hand druk heen en weer gebarend. Met wie belde ze ? Zouden zo meteen de zes messentrekkers aan mijn deur staan ?
Ik tuurde de straat af maar kon verder niemand ontdekken.
Het hoedje leek haar telefoongesprek te hebben beëindigd. Ze stopte de gsm in haar jaszak en keek vervolgens recht mijn kant op.
Geschrokken liet ik me zakken en draaide me op mijn hurken om. De parketvloer kraakte toen ik me in zithouding op de grond liet zakken. Mijn spieren voelden aan alsof ik net twee uur aan de fitnessapparaten had gehangen.
Ik liet de rugzak van mijn rug glijden, trok ‘m op schoot en ritste de sluiting open. Opnieuw werd ik verrast door de aanblik van zoveel geld. Bewust het contact met het pistool vermijdend, liet ik mijn handen erdoorheen glijden, tilde een stapeltje biljetten op en snoof eraan. De muffe geldgeur verraadde niets van de afkomst. Ik probeerde een schatting te maken. Vijftigduizend euro ? Het kon ook net zo goed honderdduizend zijn. Wat wist ik ervan. Ik was opgegroeid in de wereld van de pinpas. Nog nooit had ik zo’n hoeveelheid contant geld bij elkaar gezien.
In de stilte van mijn vertrouwde huiskamer begon langzaam door te dringen in welk wespennest ik me had gestoken. De repeterende opmerking op mijn rapporten van de basisschool danste voor mijn ogen: “Is erg impulsief”. Maar dit keer ging het niet om een verkeerde aankoop of een verknoeid sollicitatiegesprek. Deze onbezonnen daad zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Verdomme, waarom had ik ook die tas opgeraapt. Hoe had ik ooit kunnen denken ongestraft met het geld ervandoor te kunnen gaan.
Mijn overpeinzingen werden abrupt afgebroken door het geluid van de telefoon. De beltoon klonk luider dan ooit. In gebukte houding sloop ik langs het raam. Een snelle blik naar buiten leerde dat ze er niet meer stond. Op dat moment realiseerde ik me dat ik opnieuw dom gehandeld had door haar niet in gaten te blijven houden.
De display gaf aan dat het om een onbekend nummer ging. Moest ik opnemen of kon ik dat juist beter niet doen ? Na zes keer overgaan zou de voicemail aanspringen. Nog twee keer. Nog één. Mijn hand greep de hoorn.
“Ja, hallo..” Bewust noemde ik geen naam.
Het bleef even stil.
“Jij hebt iets wat niet van jou is”, zei een mannenstem met een accent dat ik niet kon thuisbrengen.
“Ik weet niet wat u bedoelt”, ik begreep ook wel dat het een antwoord van niets was.
“Er is geen tijd voor deze onzin. Jij weet precies wat ik bedoel.”
Pools ?, Russisch ?, giste ik zijn nationaliteit.
“Je leven verkeert in groot gevaar.” Hij praatte gejaagd.
“Je moet zo snel mogelijk je appartement verlaten. Ga naar Kitty’s tattooshop en zeg dat Marek je gestuurd heeft. Je moet me vertrouwen.” Met die woorden verbrak hij de verbinding.

Aedin 9/3'10